Xella 2.0

Met de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (1 juli 2015) hebben werknemers bij onvrijwillig ontslag aanspraak op de wettelijke transitievergoeding. Over de aanspraak van een transitievergoeding bij een einde dienstverband van langdurig arbeidsongeschikte werknemers, is sindsdien veel discussie geweest. De vraag die de gemoederen enige tijd bezig heeft gehouden was of werkgevers gehouden zouden moeten worden een transitievergoeding te betalen wanneer een slapend dienstverband wordt beëindigd. Een slapend dienstverband is een dienstverband dat na 104 weken arbeidsongeschiktheid niet is beëindigd, terwijl de werknemer geen werkzaamheden meer uitvoert en er geen loon meer wordt betaald.

In november 2019 heeft de Hoge Raad hier een belangrijk oordeel over gegeven en de zogeheten Xella-plicht geïntroduceerd. In november 2022 heeft de Hoge Raad deze norm in twee recente zaken nader uitgelegd.

De Xella-plicht

De Xella-plicht houdt in dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht is in te stemmen met een beëindigingsvoorstel van een werknemer wiens dienstverband slaapt. Bij deze beëindiging dient de werkgever de transitievergoeding te betalen aan de werknemer. De hoogte van de transitievergoeding wordt daarbij beperkt tot het bedrag dat de werkgever verschuldigd zou zijn, als deze de arbeidsovereenkomst de dag na twee jaar ziekte had opgezegd. Na betaling van de transitievergoeding kan de werkgever aanspraak maken op compensatie van deze vergoeding gebaseerd op de Wet compensatieregeling transitievergoeding (‘Wct’).

Xella 11.11.2022

Op 11 november 2022 heeft de Hoge Raad deze norm nader ingevuld door de oordelen dat:

  • de Xella-plicht vanaf 20 juli 2018 geldt, de datum waarop de Wct is gepubliceerd. Vóór die datum waren werkgevers dus niet gehouden om in te stemmen met een beëindiging van een slapend dienstverband onder toekenning van de transitievergoeding. De Wct kent een terugwerkende kracht, waardoor ook vergoedingen die tussen 1 juli 2015 en 20 juli 2018 zijn betaald in verband met langdurige ziekte onder die regeling vallen;
  • de Xella-plicht op de wettelijke aanspraak van werkgevers op compensatie van de transitievergoeding berust;
  • ook als de periode van het einde de twee ziekte jaren vóór 1 juli 2015 valt en de werkgever de arbeidsovereenkomst toen kon opzeggen, de hoogte van de compensatie in dat geval niet nihil is. Deze gevolgtrekking is in enkele uitspraken te lezen, gebaseerd op het gegeven dat de transitievergoeding vóór 1 juli 2015 nog niet bestond en dus nihil was. Echter, volgens de Hoge Raad strookt dit niet met de achtergrond van de Wct, welke wet juist bedoeld is om een einde te maken aan slapende dienstverbanden. Dus, is de arbeidsovereenkomst in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid opgezegd op of na 1 juli 2015, dan kan de werkgever aanspraak maken op compensatie van de betaalde transitievergoeding. De beperking betreffende de hoogte van die vergoeding blijft wel gelden (tot na twee jaar ziekte).

Het is goed mogelijk dat het UWV sinds de inwerkingtreding van de Wct compensatieaanvragen heeft toegekend, maar deze, achteraf bezien, in het licht van deze nieuwe kaders, ten onrechte op nihil heeft gesteld. Of en hoe het UWV haar beleid hieromtrent aanpast, is nu nog de vraag. De tijd zal het ons ongetwijfeld leren.

Meer weten?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Door onze nieuwsbrief blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom ons kantoor