Equity Partner Deloitte werknemer of zelfstandige?

Het hof Den Haag heeft recent geoordeeld dat de rechtsverhouding tussen een (voormalig) Equity Partner en Deloitte niet als arbeidsovereenkomst is aan te merken. Wij zullen hieronder eerst de feiten bespreken, daarna uitleggen wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst, vervolgens het oordeel van hof weergeven en tot slot ingaan op het verschil met de Deliveroo-uitspraak.

Wat speelde er?

Een (voormalig) Equity Partner was van 2006 tot 2014 als fiscalist bij Deloitte werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Per 1 april 2014 kon de fiscalist zich als Equity Partner bij Deloitte aansluiten. Om die reden hebben partijen de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd, waarna Deloitte het vakantiegeld en de vakantiedagen heeft uitbetaald. Daarnaast zijn Deloitte, de fiscalist en de persoonlijke holding van de fiscalist een ‘Aansluitingsovereenkomst’ overeengekomen, op grond waarvan de fiscalist als Equity Partner met ingang van 1 juni 2014 werkzaamheden voor Deloitte is gaan verrichten. Voor het verrichten van deze werkzaamheden ontving de persoonlijke vennootschap een vergoeding. Deze vergoeding was afhankelijk van de prestaties van de Equity Partner en de winst van Deloitte. Over deze vergoeding was de persoonlijke vennootschap omzet- en vennootschapsbelasting verschuldigd.

Op 29 juni 2020 heeft Deloitte de Aansluitingsovereenkomst opgezegd, welke (vanwege de opzegtermijn) vervolgens op 31 december 2020 is geëindigd. De (voormalig) Equity Partner kon zich hier niet in vinden en stelde zich op het standpunt dat de relatie tussen hem en Deloitte gekwalificeerd dient te worden als arbeidsovereenkomst. Hij heeft de rechtbank onder meer verzocht hem weer toe te laten om zijn werkzaamheden voor Deloitte te hervatten. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat er geen sprake (meer) was van een arbeidsovereenkomst. Tegen deze uitspraak heeft de (voormalig) Equity Partner hoger beroep ingesteld.

Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst?

Bij het vaststellen of sprake is van een arbeidsovereenkomst dienen twee fasen te worden onderscheiden: 1) de uitlegfase en 2) de kwalificatiefase. In de uitlegfase worden de rechten en plichten die partijen zijn overeengekomen vastgesteld. In de kwalificatiefase worden deze rechten en plichten getoetst aan artikel 7:610 BW. In deze tweede fase is niet van belang of partijen de bedoeling hadden om al dan niet een arbeidsovereenkomst te sluiten, maar de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst is van belang.

Uit de wet volgt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst als de overeenkomst waarbij de ene partij (de werknemer) zich verbindt in dienst van de andere partij (de werkgever) tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Indien de inhoud van een overeenkomst voldoet aan deze omschrijving, moet de overeenkomst worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. De volgende elementen zijn daarbij van belang: ‘arbeid’, ‘loon’, ‘in dienst van’ (gezagsverhouding) en ‘gedurende zekere tijd’. Het hof heeft dan ook deze elementen in haar arrest getoetst.

Hoe oordeelde de rechter?

Volgens het hof was allereerst geen sprake van loon in de zin van artikel 7:610 BW. Over de vergoeding die Deloitte aan de persoonlijke holding betaalde, is geen loonbelasting afgedragen maar vennootschaps- en omzetbelasting. Anders dan voor 1 juni 2014 zijn er door Deloitte geen loonstroken verstrekt. De Equity Partner deed ook aangifte voor de omzetbelasting. Verder geldt dat de hoogte van de beloning – anders dan voor 1 juni 2014 afhankelijk van de prestaties van de Equity Partner en de winst van Deloitte. Dit wijst volgens het hof op een ondernemingsbeloning.

Daarnaast was er volgens het hof geen sprake van een gezagsverhouding. Vanaf het moment dat de fiscalist Equity Partner is geworden, is in de praktijk ook zijn positie veranderd ten opzichte van de periode waarin hij nog Director was.

Gerechtshof Den Haag, 29 maart 2022

Wat is het verschil met de Deliveroo uitspraak?

De Deloitte-uitspraak verschilt met name van de Deliveroo uitspraak omdat geen sprake is van loon (afhankelijk van de prestaties van de Equity Partner en de winst van Deloitte → ondernemersrisico). Daarnaast was er volgens het hof geen gezagsverhouding, omdat zijn positie was veranderd: stemrecht, droeg ondernemersrisico, stelde een partnerplan op, mocht klanten weigeren, etc. Het merendeel van de Deliveroo-bezorgers zagen zichzelf ook niet als ondernemer.

Tot slot weegt het hof de maatschappelijke positie van partijen ook mee: een belastingspecialist met kennis van het fiscale recht versus een maaltijdbezorger.

Meer weten?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Door onze nieuwsbrief blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom ons kantoor